Wat is het?
Hypothyreoidie is de medische term voor een te langzaam werkende schildklier. Deze aandoening zien we meestal bij volwassen honden. Katten hebben eerder last van een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie).
De schildklier is een klein orgaan wat schildklierhormoon aanmaakt. Dit schildklierhormoon stimuleert de stofwisseling. Bij hypothyreoïdie wordt te weinig schildklierhormoon aangemaakt, waardoor de stofwisseling te langzaam gaat.
Bij honden wordt hypothyreoïdie vaak veroorzaakt door een autoimmune aandoening; het lichaam maakt dan zelf de schildkliercellen kapot waardoor er te weinig schildklierhormoon wordt aangemaakt.
Wat zijn de klachten?
Honden met een te langzaam werkende schildklier zijn slomer en lopen vaak wat stijf. Ze zoeken vaak een warm plekje op om te liggen.
Verder komen ze vaak aan, ondanks dat ze een normale eetlust hebben. Op den duur kunnen ze kaal worden, met name bij de flanken, en kan de huid dikker worden. Sommige honden krijgen juist huidontstekingen of een extra vettige huid.
Teven worden vaak niet meer loops en bij reuen kunnen de testikels kleiner worden. Sommige teefjes krijgen juist vergrootte melkklieren en kunnen ook melk produceren (lacteren).
Hoe stellen we de diagnose?
Tijdens het klinisch onderzoek kunnen we naast bovenstaande klachten ook een trage hartslag vinden en een lagere lichaamstemperatuur.
Met behulp van bloedonderzoek kunnen we de hoeveelheid schildklierhormoon (T4) meten en zien of deze verlaagd is. Omdat bij andere aandoeningen de hoeveelheid T4 ook verlaagd kan zijn zónder dat er een probleem is met de schildklier, is alleen het meten van de hoeveelheid schildklierhormoon niet voldoende.
Daarom meten we ook altijd het schildklier-stimulerend-hormoon (TSH). Als deze te hoog is en het schildklierhormoon (T4) te laag is, dan weten we dat het écht om een probleem van de schildklier gaat.
Helaas heeft ongeveer 25% van de honden met hypothyreoïdie een normaal TSH. Om er bij deze honden achter te komen of het lage gehalte schildklierhormoon komt door een schildklierprobleem is een radioactieve scan van de schildklier nodig (scintigrafie).
Hoe kunnen we het behandelen?
Als vastgesteld is dat de hond hypothyreoïdie heeft dan kunnen we het tekort aan schildklierhormoon aanvullen met medicijnen met de stof levothyroxine. Deze pillen dienen dagelijks gegeven worden voor de rest van het leven.
Om de juiste dosering te bepalen herhalen we 3 tot 4 weken nadat gestart is met de medicatie het bloedonderzoek om te kijken of de hoeveelheid schildklierhormoon voldoende gestegen is. Het beste moment om hiervoor bloed af te nemen is ongeveer 4 uur na het geven van de medicijnen.
Daarnaast kijken we ook of er een verbetering is van de lichamelijke klachten. Het eerst zal de sloomheid afnemen en het stijve gang verdwijnen, de huidklachten hebben vaak enkele maanden nodig om te herstellen.