Skip to content

Rabiës

Wat is rabiës?

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, is een dodelijke virusziekte. Het virus komt het meest voor bij vleermuizen, maar alle zoogdieren kunnen na blootstelling er ziek van worden, ook de mens.

Het virus wordt overgedragen door contact met het speeksel of door een beet van een besmet dier. Na binnenkomst via de huid of slijmvliezen, dringt het virus het zenuwstelsel binnen. De periode tussen besmetting en ziekteverschijnselen (incubatietijd) kan variëren van 3 tot 12 weken.

Wat zijn de klachten bij rabiës?

Het begint vaak met griepachtige verschijnselen, zoals koorts en spierpijn. Dieren kunnen wat minder eten of drinken en zonderen zich af.

Naarmate het rabiës virus zich verder verspreidt binnen het zenuwweefsel gaan dieren afwijkend gedrag vertonen. Ze kunnen overactief en prikkelbaar worden en heel snel agressief reageren. Wilde dieren verliezen hun angst voor mensen en gaan rondzwerven. Ook kunnen dieren vreemde dingen gaan eten, zoals uitwerpselen, stro, stokken en zelfs stenen. Sommige dieren ontwikkelen watervrees, waardoor ze snel kunnen uitdrogen.

In een later stadium ontstaan er verlammingsverschijnselen; de keel- en kauwspieren raken aangetast waardoor ze moeite krijgen met slikken en meer zullen speekselen. Ook kunnen ze de coördinatie tijdens het lopen verliezen (ataxie), spierkrampen krijgen en uiteindelijk volledig verlamd raken en niet meer kunnen lopen. Veel dieren krijgen ook last van epileptische aanvallen.

Uiteindelijk belanden de dieren in een coma en komen te overlijden.

Hoe stellen we de diagnose?

De klachten kunnen ons een verdenking geven van hondsdolheid. Rabiës is een ernstige ziekte die van dier op mens over kan gaan (zoönose) en is daarom ook meldingsplichtig. Bij een verdenking is het dan ook verplicht contact op te nemen met de NVWA. Zij zullen een onderzoek instellen en bij een officiële verdenking het dier in quarantaine plaatsen of euthanaseren.

Het is helaas niet mogelijk om bij het levende dier definitief vast te stellen of deze rabiës heeft. Hiervoor moet het virus aangetoond worden in het hersenweefsel, wat pas kan nadat het overleden of geëuthanaseerd is.

Hoe kunnen we rabiës behandelen?

Zodra het geïnfecteerde dier klachten heeft ontwikkeld is er vaak geen zinvolle behandeling meer mogelijk. In vrijwel alle gevallen verloopt de aandoening namelijk dodelijk.

Door binnen 24 uur na een (mogelijke) besmetting in te grijpen hopen we ziekteverschijnselen te kunnen voorkomen. Goed uitspoelen en reinigen van de wond met water en zeep gedurende minimaal 15 minuten, gevolgd door desinfectie met alcohol 70% of jodium, is de eerste stap. Dit wordt opgevolgd met een vaccinatie tegen rabiës, en bij mensen kan er aanvullend anti-lichaam-therapie ingezet worden.

Het wordt geadviseerd om huisdieren die in contact zijn geweest met een vleermuis binnen 48 uur te laten vaccineren tegen rabiës en dit na 3 tot 5 dagen te herhalen indien zij nog niet eerder gevaccineerd waren. Tevens is het raadzaam om gedurende 3 tot 4 weken goed te observeren of ze klachten ontwikkelen.

Hoe kunnen we rabiës voorkomen?

Rabiës

In Nederland komt rabiës vrijwel niet meer voor. Het virus wordt nog wel aangetoond bij een klein percentage van de vleermuizen (circa 7%), maar is al sinds 1989 niet meer bij andere zoogdieren aangetroffen met uitzondering van een illegaal geïmporteerde hond.

In het buitenland komt rabiës namelijk nog wél voor en daarom is het ook wettelijk verplicht om een dier hiertegen te vaccineren voordat je mag reizen. Deze vaccinatie dient minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven te worden.

Sommige landen eisen ook een aanvullende rabiës-titerbepaling, waarmee bepaald kan worden of de vaccinatie voldoende is aangeslagen. Hiervoor dient circa 4 weken nadat de rabiës vaccinatie is gegeven bloed te worden afgenomen. In het laboratorium wordt hierin de hoeveelheid antilichamen gemeten en wordt er een officieel certificaat met de uitslag opgesteld. Dit wordt vervolgens met de post terug gestuurd en kan toegevoegd worden aan het Europese dierenpaspoort. Aangezien dit hele proces flink wat tijd in beslag neemt, is het verstandig om een aantal maanden van te voren hiermee aan de slag te gaan. U kunt op de website van het LICG per land bekijken of deze aanvullende rabiës-titerbepaling noodzakelijk is.