Skip to content

Spoelwormen

Wat is zijn spoelwormen?

spoelwormen

Spoelwormen zijn ronde wormen die voorkomen in het maagdarm-kanaal bij verschillende diersoorten. De meest voorkomende spoelworm bij de hond is de Toxocara canis, bij de kat zien we meestal de Toxocara cati worm.

Een dier raakt geïnfecteerd door het innemen van wormeieren.  Dit kan direct vanuit de omgeving, bijvoorbeeld door het opeten of likken van besmette grond, maar ook indirect door het eten van prooidieren of rauw vlees. Met name katten raken via prooidieren zoals muizen en vogels besmet.

De wormeieren ontwikkelen zich in het maagdarmkanaal verder tot kleine larven. Deze larven gaan via de bloedbaan naar de lever en de longen en worden vervolgens vanuit de luchtpijp weer opgehoest, waarna ze worden doorgeslikt en weer terecht komen in het maagdarmkanaal. Hier ontwikkelen de larven zich verder tot volwassen wormen.

Bij zwangere honden kunnen de larven via de placenta de ongeboren pups besmetten. De larven kunnen ook in de moedermelk terecht komen en zo pasgeboren pups en kittens besmetten.

Wat doen spoelwormen?

De volwassen spoelwormen, die wel 12 cm lang kunnen zijn, blijven in het maagdarmkanaal en zwemmen hier rond. Ze vangen voedingsstoffen weg en kunnen de peristaltiek van de darmen verstoren. Zeker bij jonge dieren kunnen heftige worminfecties voor groeiachterstanden en een slechte vachtconditie zorgen. Daarnaast kan ook diarree of braken gezien worden.

Door de migratie van de larven in het lichaam kan er ook longontsteking of aantasting van de lever ontstaan. Dit gebeurt echter alleen bij zeer grote aantallen larven.

Sommige dieren met een spoelworminfectie vertonen vrijwel geen klachten. Wel kunnen zij in hun ontlasting nieuwe wormeieren uitscheiden die in de omgeving terecht komen.

De spoelwormen van honden en katten kunnen ook bij mensen problemen veroorzaken (zoönose). Zeker kinderen die buiten in de zandbak spelen lopen risico om geïnfecteerd te raken met spoelwormen. De migratie van larven door het lichaam verloopt iets anders dan bij de hond of kat, waardoor ze ook in het oog terecht kunnen komen en hier ernstige schade kunnen aanrichten. Tevens lijkt er ook een verband te zijn tussen de ontwikkeling van astma bij kinderen en een spoelworminfectie.

spoelwormen

Hoe stellen we de diagnose?

​Met behulp van lichamelijk onderzoek is de diagnose niet te stellen. Wel kunnen we een vermoeden krijgen van een worminfectie.

Voor een definitieve diagnose is ontlastingsonderzoek nodig. We zullen dan een kleine hoeveelheid ontlasting onder de microscoop bekijken om te zien of er wormeieren in zitten. De wormeieren zijn namelijk te klein om met het blote oog te zien.

Bij dieren met een heftige spoelworminfectie kunnen er ook volwassen wormen terecht komen in de ontlasting of in het braaksel. Deze zien er uit als spaghetti-sliertjes en kunnen soms zelfs nog bewegen.

Hoe kunnen we spoelwormen behandelen?

Een spoelworminfectie is gelukkig makkelijk te behandelen door het dier te ontwormen. Hiermee worden de volwassen wormen gedood, welke vervolgens met de ontlasting mee naar buiten komen. Om te voorkomen dat achtergebleven larven de infectie in stand houden, adviseren wij na 2 weken, als de larven zelf volgroeid zijn, nogmaals te ontwormen.

Een nieuwe infectie voorkomen kan lastig zijn. Ontlasting netjes opruimen kan helpen om de verspreiding van wormeieren in de omgeving tegen te gaan. Daarnaast is het verstandig om het vangen van prooidieren indien mogelijk tegen te gaan en geen rauw vlees te voeren aan uw dier.

Regelmatig ontwormen draagt ook bij om heftige infecties te voorkomen en de verspreiding van wormen tegen te gaan. Algemeen wordt geadviseerd om dieren die buiten komen elke 3 maanden te ontwormen, dieren die rauw vlees of prooidieren eten elke maand te behandelen en dieren die alleen binnen verblijven 1-2x per jaar.

Ontworming kan ook naar aanleiding van ontlastingsonderzoek gebeuren. Het is dan raadzaam om, afhankelijk van de situatie, elke 1-3 maanden ontlasting langs te brengen voor controle op wormeieren.